Door de logistiek rondom de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom stadium III te optimaliseren, kunnen patiënten na hun bezoek aan de longarts nu binnen zestien dagen terecht bij bestralingskliniek Maastro in Maastricht in plaats van binnen 48 dagen, zoals eerst gebruikelijk was. Patiënten waarderen dit en er is een chemokuur minder nodig, wat mogelijk leidt tot minder ziekenhuisopnames wegens bijwerkingen. Radiotherapeut-oncoloog dr. Stéphanie Peeters en radiotherapeutisch laborant Maud de Rooy lichten dit versnelde traject toe.
In bestralingskliniek Maastro in Maastricht – gevestigd dichtbij het Maastricht UMC+ (MUMC+) – vinden de radiotherapeutische behandelingen plaats die artsen en oncologen uit de omliggende ziekenhuizen – MUMC+, de locaties van Zuyderland Medisch Centrum en het Laurentius Ziekenhuis in Roermond – hebben geïnitieerd, zoals bij de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) stadium III. De behandeling van dit tumortype bestaat uit een combinatie van chemotherapie en radiotherapie. Eerst komt de patiënt bij de longarts in een van de genoemde ziekenhuizen waar de diagnose wordt gesteld en een behandelplan wordt bepaald, waarna de patiënt voor het bestralingsdeel naar Maastro gaat. Tot de eerste bestraling duurde die periode gemiddeld 48 dagen. “Dat is behoorlijk lang en daarom kregen patiënten alvast een chemokuur voordat ze aan de bestraling begonnen. Uit de literatuur is echter bekend dat bestraling en chemotherapie beter tegelijkertijd kunnen worden gegeven”, zegt Stéphanie Peeters.1 Zo rond 2020 kreeg zij het verzoek vanuit het MDO met het MUMC+ of deze termijn verkort kon worden.
Lean management
Vervolgens ging Maud de Rooy aan de slag om alle factoren die vertragend werken en waarbij versnelling mogelijk was, in kaart te brengen. Wat het ingewikkeld maakt, is dat er meerdere organisaties betrokken zijn bij het hele proces rondom diagnose en behandeling, geeft De Rooy aan.
“Pascale Simons, programmamanager Operational Excellence bij Maastro, heeft mij advies gegeven vanuit de principes van lean management. Daarna heb ik met collega’s de planning vanuit Maastro kritisch bekeken om te achterhalen welke stappen in het proces versneld kunnen worden. Hierbij hielden we de winst voor de patiënt als doel voor ogen. Sneller kunnen starten met de bestraling betekent dat de patiënten met één chemokuur minder toe kunnen, twee in plaats van de drie zoals tot nu toe gebruikelijk was. Hierdoor start de patiënt fitter met de eerste bestraling.”
Eén chemokuur vervalt
De richtlijn beveelt twee tot vier chemokuren aan in combinatie met radiotherapie bij patiënten met stadium III-NSCLC.2 In Maastricht en in de andere ziekenhuizen bestond het behandelschema uit drie kuren van drie dagen chemotherapie, gegeven eens per drie weken, dus voor een totale periode van negen weken. Binnen die periode moeten ook dertig bestralingen worden gegeven – vijf bestralingen per week gedurende zes weken”, vertelt Peeters. Hierdoor was de situatie dat patiënten eerst starten met een chemokuur, waarna drie weken verstreken en rond het moment dat de tweede chemokuur gepland was de bestralingen gedurende de overige zes weken volgen, in combinatie met ook de derde chemokuur.
“Omdat het effect beter is als de chemotherapie en de bestralingen tegelijk plaatsvinden, wilden we de logistiek zo gaan inrichten dat patiënten in dezelfde week met de eerste chemokuur en de bestraling konden beginnen. De eerste chemokuur vervalt dan en patiënten krijgen dus twee chemokuren binnen zes weken, met daaraan parallel het zes weken durende bestralingsschema”, vertelt De Rooy. “Een voordeel is ook dat de immunotherapie die ná de chemokuur wordt gegeven voor een periode van een jaar – durvalumab – nu ook eerder gestart kan worden. Doordat de eerste chemokuur vervalt, is het risico op ziekenhuisopnames wegens bijwerkingen mogelijk verkleind, maar of dat zo is willen we gaan bewijzen.” Patiënten krijgen dus nu in totaal twee chemokuren in plaats van drie, maar de genoemde richtlijn biedt daarvoor de ruimte.2
Winst
Uit de inventarisatie van De Rooy kwam naar voren dat er belangrijke tijdwinst te boeken viel. Door processen in elkaar te schuiven of parallel te laten lopen, wist ze de tijd van het eerste bezoek aan de longarts tot de eerste bestraling te verkorten van 48 naar zestien dagen. “Een belangrijke stap hierbij was de samenwerking tussen de twee diensten: de longartsen die chemotherapie geven in het MUMC+ en de radiotherapeuten van Maastro. Na de pilot werden ook de longartsen uit de andere twee ziekenhuizen hierbij betrokken”, zegt Peeters. “Wij zien de patiënten pas op het moment als de behandeling vaststaat.”
Binnen zowel het deel van de behandeling dat bij de longartsen ligt als binnen het deel dat bij de radiotherapeuten ligt, konden efficiëntieslagen gemaakt worden, vertelt De Rooy. “Zo wordt door de artsen in het diagnostische traject een MRI-scan gedaan als er sprake is van stadium III-NSCLC, maar bij stadium IV niet, omdat je dan een ander behandeltraject ingaat. Gebruikelijk was om eerst af te wachten of uit de onderzoeken naar voren kwam dat er sprake was van stadium III. Was dat zo, dan werd er een MRI-scan ingepland. Nu hebben we afgesproken dat de longartsen bij een vermoeden op stadium III-NSCLC meteen een MRI-scan laten inplannen. Mocht er dan toch sprake zijn van stadium IV, dan kan de scan worden geannuleerd. Deze werkwijze levert tijdwinst op aan de kant van de longartsen.”
Diagnostische PET-scan
Aan de kant van Maastro is de efficiëntie vergroot door gebruik te gaan maken van de diagnostische PET/CT-scans uit het doorverwijzende ziekenhuis, vertelt Peeters. “Voor 2022 maakten we zelf een PET/CT-scan in het bestralingscentrum, omdat die meer dan een maand oud waren op het moment dat de patiënt bij ons startte met bestraling. Nu de patiënten eerder bij ons starten – binnen zestien dagen na het gesprek met de longarts – is de diagnostische PET/CT-scan nog niet verouderd. In Maastro hoeven we dus geen PET/CT-scan meer te maken, omdat we die krijgen doorgestuurd van het doorverwijzende ziekenhuis.”
Een andere efficiëntieslag is dat er in de planning van Maastro ‘patiëntblokken’ zijn ingericht die voorbehouden worden voor deze patiënten. “Op maandag is het MDO waar de patiënten en de behandelvoorstellen worden besproken. Op dinsdag heeft de longarts het gesprek met de patiënt over de behandeling. Op woensdag starten we met een intakegesprek waarin patiënten uitgebreid uitleg krijgen over de bestralingsbehandeling. Op dinsdag in die week erna starten we met de bestraling”, zo licht Peeters toe.
Achtbaan
Het versnelde traject loopt nu sinds 2022, vertelt De Rooy. “Tot nog toe zijn er ongeveer vijftig patiënten vanuit de verschillende ziekenhuizen bij Maastro bestraald. Patiënten vinden het wel heftig dat ze zo snel met de chemotherapie en de bestraling tegelijk kunnen beginnen. Ze hebben het gevoel in een achtbaan te zitten; het is een pittige behandeling die nu snel volgt op hun diagnose.” Patiënten kunnen hierbij gebruikmaken van de gangbare psychologische ondersteuning, geeft Peeters aan. “Achteraf zijn patiënten vaak toch blij dat ze snel met de bestraling konden starten.”
Andere ziekenhuizen
Resumerend zegt De Rooy: “Vooral patiënten hebben voordeel van deze werkwijze. Ze kunnen fitter starten aan de bestralingen, want ze hebben op dat moment niet al een chemokuur gehad. Inmiddels hebben ook andere ziekenhuizen in de regio zich gemeld – bijvoorbeeld het VieCuri Medisch Centrum in Venlo – om te overleggen over de mogelijkheden die er zijn om een versneld traject rond stadium III-NSCLC te starten en zo de proceslijnen te verkorten.”
Referenties
1. Hanna N, et al. J Clin Oncol 2008;26:5755-60.
2. Postmus PE, et al. Ann Oncol 2017;28(suppl_4):iv1-iv21.
Drs. Marc de Leeuw, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2024 vol 15 nummer 5