Sinds 2023 is prof. dr. Martijn Intven zowel hoogleraar Beeldgestuurde radiotherapie bij het UMC Utrecht als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie (NVRO). Zijn ambitie is om de NVRO te professionaliseren en toekomstbestendig te maken.
Toen er een opvolger werd gezocht voor de functie van NVRO-voorzitter, moest hij daar wel even over nadenken. “Het is een functie die je naast je dagelijkse werk moet kunnen vervullen. Je moet dus wel liefde voor het vak hebben om dit te doen. Maar dat is zeker het geval, ik vind radiotherapie een mooi vakgebied en ik wil het graag nog verder vooruitbrengen”, aldus Martijn Intven.
Als hoogleraar houdt hij zich vooral bezig met de implementatie van nieuwe technieken in de radiotherapie, vooral MRI-geleide radiotherapie, waarmee hij MDL-tumoren behandelt, zoals endeldarm- en alvleeskliertumoren. De afgelopen tien jaar is de radiotherapie al enorm verbeterd, vertelt Intven. “We kunnen de straling beter op de tumor richten, waardoor het omringende gezonde weefsel minder schade oploopt. Door die preciezere bestraling kunnen we patiënten ook een hogere dosis per keer geven, waardoor het aantal bestralingen, oftewel het aantal fracties, per patiënt omlaag kan. Dat noemen we hypofractioneren. Dat is prettig voor de patiënt, omdat er minder ziekenhuisbezoeken nodig zijn, maar zo’n hogere dosis is soms ook effectiever in het bestrijden van de tumor.”
Uitkomsten gelijkwaardig
Niet alleen de technieken zijn verbeterd, er zijn ook een aantal nieuwe typen bestralingsapparaten bij gekomen. “Hierdoor kunnen we nu ook MRI-geleide radiotherapie en CT-geleide adaptieve radiotherapie toepassen. En protonentherapie is er natuurlijk ook bij gekomen”, somt Intven op. “We kunnen nu op vrijwel elke locatie in het lichaam heel precies bestralen. Dat konden we tien jaar geleden nog niet, omdat de toestellen de doelgebieden minder goed zagen en niet zo goed met beweging om konden gaan als de huidige apparaten.”
Dankzij de uitgebreidere mogelijkheden krijgt radiotherapie langzaamaan een andere rol in het zorglandschap. “Vroeger bestraalden we altijd een groot gebied om de kans op terugkeer van de ziekte te verminderen. Nu bestralen we steeds vaker een kleiner gebied, alleen het tumorweefsel. En meestal zijn er dus ook minder behandelingen nodig dan voorheen. Als je tien jaar geleden radiotherapie kreeg vanwege borstkanker, duurde de behandeling zes weken waarin er in totaal ongeveer dertig fracties werden toegediend. Nu krijgen deze patiënten vaak nog maar vijf fracties en is de therapie al na een week afgerond. Deze patiënten hoeven dus vijf weken korter naar het ziekenhuis te komen. Dat scheelt ook enorm in de zorgcapaciteit. Dankzij de preciezere bestraling en de hogere dosis die we nu geven kunnen we met radiotherapie sommige tumoren even goed lokaal onder controle houden als met chirurgie. En chirurgie is veel invasiever.”
Als voorbeeld noemt hij prostaatkanker. “Daarbij is radiotherapie veel minder ingrijpend dan een prostatectomie, terwijl de uitkomsten gelijkwaardig zijn.”
Razendsnel
De ontwikkeling van de radiotherapie is nog lang niet tot stilstand gekomen. Voor de komende jaren verwacht Intven dat artificiële intelligentie (AI) een waardevol hulpmiddel gaat worden. “De radiotherapeut zal niet vervangen worden, maar ons vak zal er wel door gaan veranderen. In plaats van dat we een half uur of een uur moeten intekenen waar de tumor en de omliggende organen zitten, gaat AI hier een voorstel voor geven, dat we dan alleen nog hoeven te controleren.”
Daarnaast verwacht hij dat het met AI mogelijk wordt om sneller dan op dit moment mogelijk is dagelijks een nieuw behandelplan op te stellen. “Nu maak je vaak nog een scan en op grond daarvan een behandelplan dat je gebruikt tijdens de hele behandelperiode. Hierdoor moeten we grote bestralingsvelden gebruiken, om de beweging van de tumor tijdens de behandelperiode op te vangen. Veel preciezer is het om iedere dag een behandelplan op basis van de anatomie van dat moment te maken. De verwachting is dat dat met AI op een meer geautomatiseerde manier gaat kunnen.”
AI binnen de radiotherapie is geen verre toekomstmuziek. De ontwikkelingen gaan razendsnel, zegt Intven. “In mijn eigen instituut, het UMC Utrecht, zijn we bijvoorbeeld AI al aan het implementeren bij de MRI-geleide prostaatkankerbehandelingen. AI ondersteunt hier de dagelijkse intekening van de anatomie, zodat we een behandeling met een geheel nieuw behandelplan op basis van de anatomie van de dag binnen 30 minuten kunnen geven.”
Keuzehulpen
De NVRO heeft voor de komende jaren een beleidsplan opgesteld. Samen beslissen is volgens Intven een belangrijk punt uit dit meerjarenbeleidsplan. “Voor veel aandoeningen zijn er meerdere behandelingen beschikbaar, met elk hun voor- en nadelen. Bij endeldarmkanker zijn er bijvoorbeeld verschillende typen voorbehandeling mogelijk. Wij ondersteunen de ontwikkeling van instrumenten die de patiënt helpen om een goede keuze te maken. Patiënten worden steeds kritischer en willen – terecht – meebeslissen over hun behandeling. Keuzehulpen kunnen dat proces goed ondersteunen. Idealiter moet het voor de behandeling die je krijgt niet uitmaken welk ziekenhuis je binnenloopt. Dat geldt ook voor de manier waarop je geïnformeerd wordt over de behandelmogelijkheden. Een uniform instrument helpt om alle patiënten op dezelfde manier te informeren. Als NVRO ondersteunen we het maken hiervan.”
Landelijke registraties
Nederland staat internationaal bekend als innovatief land op het gebied van radiotherapie. “Veel grote fase 3-studies komen bijvoorbeeld uit Nederland. Die vooraanstaande positie willen we graag behouden.” Gerandomiseerde trials, oftewel RCT’s, zijn weliswaar de gouden standaard, maar bij onderzoek naar radiotherapie vaak niet te realiseren.
“Als je nu een gerandomiseerde trial opzet, ben je zo vijf of zes jaar verder voor je daarvan de resultaten hebt. Met RCT’s loop je continu achter de feiten aan in een vakgebied dat zich zo snel ontwikkelt. En je hebt heel veel patiënten nodig om aan te tonen dat een nieuwe techniek daadwerkelijk minder bijwerkingen geeft dan een oudere, minder precieze technologie’, aldus Intven. Hij ziet daarom meer in landelijke registraties waarin de uitkomsten worden bijgehouden. “We streven als NVRO naar een situatie waarbij we van alle patiënten die radiotherapie krijgen de resultaten bijhouden. Niet alleen de medische uitkomsten, maar ook de kwaliteit van leven.”
Dataverzameling uniformeren
Intven heeft zich tot doel gesteld om de NVRO de komende jaren verder te professionaliseren. “We zijn nu erg afhankelijk van een groep enthousiaste vrijwilligers, die zich met veel passie en plezier voor de radiotherapie inzetten, maar daardoor kunnen we vaak alleen maar reactief zijn, terwijl we op sommige ontwikkelingen proactief zouden willen zijn. Het ontbreekt soms aan iemand die de continuïteit bewaakt op een bepaald dossier.”
Binnenkort gaat daarom een kwartiermaker inventariseren wat de vereniging nodig heeft om een professionaliseringsslag te maken. Intven wil daarnaast meer inzetten op uitwisseling van informatie. “Belangrijk is dat we de dataverzameling uniformeren. We moeten allemaal op dezelfde manier data opslaan, of in elk geval allemaal dezelfde data verzamelen, zodat we die met elkaar kunnen vergelijken en best practices delen. Als NVRO willen we initiatieven om tot een landelijke dataregistratie te komen graag ondersteunen, omdat het de kans biedt om de kwaliteit van de radiotherapie in Nederland nog verder te verbeteren.”
Drs. Raymon Heemskerk, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2025 vol 16 nummer 1