Vitaly is een digitaal platform waarmee ziekenhuizen hun multidisciplinair overleg (MDO) uiterst efficiënt kunnen vormgeven. Ter voorbereiding kan de relevante patiënteninformatie rechtstreeks uit het EPD worden gehaald, medische beelden kunnen veilig worden gedeeld en ter plaatse kan een MDO-verslag worden gemaakt en gedeeld. Het platform is in eerste instantie opgezet voor het MDO van de oncologie. Oncomid is vanaf het begin betrokken geweest bij de ontwikkeling, heeft het al geïmplementeerd voor vier tumorwerkgroepen en denkt na over vervolgontwikkelstappen. EMBRAZE heeft transitiemiddelen gekregen voor implementatie. Andere oncologienetwerken zullen volgen.
Toen uroloog en voorzitter van het MDO uro-oncologie van Oncomid dr. Peter-Paul Willemse (UMC Utrecht) negen jaar geleden begon als academisch medisch specialist, nam hij al telefonisch deel aan MDO’s van perifere ziekenhuizen. “Je moest dan stante pede advies bij cases bedenken”, vertelt hij, “en ik dacht al snel: dit moet beter kunnen.” Zijn overstap van Groningen naar het UMC Utrecht in 2018 bood de sleutel. “Daar bestond al de gedachte een platform te ontwikkelen voor digitale MDO’s. Daarin zag ik mogelijkheden voor kwaliteits- en efficiencyverbetering. Maar hoewel ik zeker voor ogen had hoe het ideale MDO moest verlopen, wist ik ook dat ik een platform zelf niet kon bouwen. Wel kon ik mijn medische kennis inbrengen.”
Daarbij stond hem een helder doel voor ogen: een efficiënter en gestructureerder MDO, waarin kwaliteitsverbetering kon worden bereikt doordat de deelnemers vooraf de cases kunnen inzien en mensen kunnen aanwijzen die een casus kunnen voorbereiden. “Je wilt geen tijd verliezen als je met zoveel mensen bij elkaar zit”, zegt hij.
Samenwerking
De regio Utrecht is aan de hand van een pakket van eisen in contact gekomen met het Sloveense bedrijf Parsek. Al snel nadat met dit bedrijf contact was gezocht, werd ook Open Line betrokken met de vraag om mee te denken over de mogelijkheid om tot een digitaal platform voor het MDO te komen. Dit Nederlandse bedrijf biedt cloudoplossingen voor met name de publieke sector, waarvan het merendeel de zorg. Gezamenlijk is het programma Data Delen Midden Nederland onder leiding van Arjo Boendermaker van ConCura Consultancy opgezet, om het MDO-platform in de regio Utrecht te gaan inzetten voor het oncologisch samenwerkingsverband Oncomid.
“Wij zijn een samenwerking aangegaan met Parsek om het platform Vitaly verder te ontwikkelen”, zegt chief healthcare officer José Strijbos van Open Line. “Inmiddels is Parsek onderdeel van Open Line, onder de naam Open Line Vitaly. Wij hebben de kennis om een overleg als het MDO over verschillende ziekenhuizen digitaal vorm te geven. We kunnen uit alle EPD’s, XDS en Twiin de data, verslagen en beelden bij elkaar brengen die voor een succesvol MDO nodig zijn. Maar we weten ook dat de implementatie niet alleen een technisch vraagstuk is, maar ook een kwestie van adoptie. Meerdere ziekenhuizen en radiotherapiegroepen moeten in zo’n platform op een uniforme wijze met elkaar kunnen samenwerken en dat ook willen.”
Verkenning voor landelijke opschaling
Gilbert Bod was in de tijd van de eerste gesprekken ict-informatiemanager strategische allianties in het UMC Utrecht. Vanuit die positie was hij betrokken bij de gesprekken binnen zes ziekenhuizen in de regio Midden-Nederland – samenwerkend onder de noemer Data Delen Midden-Nederland – over de ontwikkeling van het Vitaly-platform. “Toen het platform in gebruik werd genomen, in eerste instantie binnen de oncologie, wilde Zorgverzekeraars Nederland tot landelijke opschaling komen, om te voorkomen dat elke regio opnieuw hetzelfde implementatietraject moest doorlopen”, vertelt hij. “Het verstrekte hiertoe de opdracht aan VECOZO. Omdat ik daarin een actieve rol wilde spelen, heb ik de overstap gemaakt van het UMC Utrecht naar VECOZO.”
Voor die opschaling was het belangrijk dat het platform door alle zorgprofessionals te gebruiken zou zijn voor het MDO, ongeacht de zorgsoort en de grootte van de regio. “Het product van Open Line Vitaly kon dat aan”, zegt Bod. “Voor VECOZO een nieuwe manier van werken, want dat ontwikkelt zijn software zelf. Maar we waren het erover eens dat dit het beste product was: te integreren met alle EPD’s en te koppelen aan de beeldsystemen die de ziekenhuizen gebruiken. Dus viel de beslissing door te ontwikkelen met de basis die in Utrecht al was gelegd.”
Aanvraag voor transitiemiddelen
Het EMBRAZE Kankernetwerk in Brabant en Zeeland had direct interesse om als tweede partij na Oncomid een digitaal MDO-platform te gaan implementeren. “We onderzochten of we dit gefinancierd konden krijgen via de transitiemiddelen die in het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA) beschikbaar werden gesteld”, vertelt internist-oncoloog en medisch coördinator van EMBRAZE dr. Hans Westgeest (Amphia ziekenhuis, Breda). “Zowel de professionals in het netwerk als de zorgverzekeraars waren hier direct enthousiast over. Op dat moment hadden wij het in het netwerk nog over ‘een platform’, omdat daarvoor meer aanbieders bestaan. Maar Zorgverzekeraars Nederland besloot in het kader van de verstrekking van de transitiemiddelen dat het dan Vitaly moest worden. Wat we daar in een demonstratie van zagen was indrukwekkend. Het heeft wat wij zoeken in een platform. Wat niet wegneemt dat zeker nog zaken verder moeten worden ontwikkeld om het optimaal te laten presteren en renderen.”
Willemse ziet ook dat die ruimte voor verdere ontwikkeling er nog is. “Een wens is om alle pathologieverslagen te kunnen zien”, vertelt hij. “Je wilt die zelf kunnen bekijken, want een ander die dat al heeft gedaan kan altijd onbewust dingen niet benoemen die toch relevant blijken te zijn. Een andere wens is dat de uitslag binnen 24 uur vanuit het platform gecommuniceerd wordt naar de huisarts. Dit is in lijn met het advies van de Federatie Medisch Specialisten (FMS). En de patiënt belt ook binnen 24 uur naar de huisarts, dus die wil weten wat hij kan vertellen. Onderzoek doen op basis van de data die in het platform bij elkaar worden gebracht is nog een stap verder. De patiënt moet immers toestemming geven voor dat datagebruik.”
De weg naar landelijke opschaling
Maar hoeveel meerwaarde deze vervolgstappen ook kunnen geven aan Vitaly, eerst moet de landelijke opschaling gerealiseerd worden. “In de Oncomid-regio is Vitaly inmiddels in gebruik”, vertelt Strijbos, “en worden steeds nieuwe oncologische MDO’s toegevoegd. Na EMBRAZE hebben nu ook andere netwerken een aanvraag ingediend voor transitiemiddelen in het kader van het IZA. In termen van governance is het een complex proces, dus elk netwerk heeft hierin zijn eigen tempo.”
Ook over de rol van Open Line Vitaly moest hierbij nog worden nagedacht. “Nu is er een oncologisch netwerk dat met Vitaly werkt en een dat ermee aan de slag gaat”, zegt Bod, “straks zijn dat er veel meer en wellicht ook de huisartsen en apotheken. Dat geeft Open Line Vitaly in deze toepassing een monopoliepositie en dat werpt vragen op over de bereidheid tot doorontwikkeling en over de winstmarge.”
Iets waarvan Strijbos zegt zich goed bewust te zijn. “VECOZO is een partij met een maatschappelijk belang, een partij zonder winstoogmerk”, zegt ze. “Het doet dus zaken met partijen die daarbij passen en dit betekent dat hierover ook duidelijke financiële afspraken met ons zijn gemaakt. Die staan beslist niet in de weg dat ook wij belang hebben bij verdere ontwikkeling en vernieuwing van het platform. We zijn niet alleen in Nederland actief. In Spanje heeft Open Line een security operating center en een rol om het MDO ook daar in de markt te zetten. Ook in Engeland zijn we stappen aan het zetten. Bovendien kunnen we met dit platform meer doen dan alleen MDO’s ondersteunen. Bijvoorbeeld als het zorgpad is uitgezet de stappen daarin delen tussen professional en patiënt. Ook de toepassing in de proactieve zorgplanning in palliatieve zorg zou een vervolgstap kunnen zijn. De partijen waaraan we het aanbieden kunnen over en weer van elkaar leren. We hebben dan ook een heldere vernieuwingsagenda opgesteld met VECOZO.”
Financieringsafspraken
Een volgende vraag die nog moest worden beantwoord was hoe de kosten doorbelast gaan worden aan de eindgebruiker die met de dienst MDO gaat werken. “De ziekenhuizen wilden weten wat het hen zou gaan kosten”, zegt Bod, “en vroegen zich af of dit in de DBC kon worden verwerkt. Dat bleek lastig. Maar de artsen zeiden wel: als wij een patiënt relevant vinden voor bespreking in het MDO, willen we daarbij niet over de kosten hoeven nadenken. VECOZO ging daarom over dit onderwerp aan tafel met Zorgverzekeraars Nederland, dat inzag dat de toepassing van het digitale MDO-platform helpt om stappen te zetten in lijn met de transformatieplannen van het IZA. Het verklaarde zich daarom bereid dit generiek te financieren.”
Een beslissing waarmee de ziekenhuizen blij waren, maar de Autoriteit Consument & Markt (ACM) wat minder. “Je haalt immers de concurrentie in de markt weg als je een generieke dienst gaat aanbieden aan de zorg met een commerciële partij”, verduidelijkt Bod. “In gesprek met de ACM hebben we daarom uitgelegd dat de zorgprofessionals de opdracht krijgen om in netwerken met elkaar samen te werken. Die opzet begreep de ACM. En met de bevestiging van onze kant dat het mogelijk is over te stappen naar een ander product als Vitaly niet voldoet, was de toezichthouder bereid akkoord te gaan.”
Stappen in het proces
De planning is voor de zomer te starten met de implementatie van Vitaly in EMBRAZE. Dit netwerk heeft ervoor gekozen hierbij Patricia Wibier van De Ontwikkelplek aan te trekken als programmamanager. “Zo’n implementatie is niet alleen een technisch proces”, zegt Westgeest, “het is ook een zorgtransformatie. Het brengt een andere manier van werken met zich mee. Met negen instellingen bestrijkt EMBRAZE een grote regio. En de ambitie Vitaly aan de hele regio te gaan aanbieden, betekent dat we te maken hebben met een groot en complex traject dat drie jaar in beslag zal nemen. Dat willen we efficiënt aanpakken en daarvoor heb je goede ondersteuning nodig.”
Wibier: “Mijn eerste stap is kennismaken met het hele krachtenveld, om een beeld te krijgen van hoe iedereen erin staat. Dan volgen het inrichten van de programma-organisatie, het maken van de planning, de inrichting van de governance en de communicatielijnen. Iedereen ziet overkoepelend het doel. Maar iedere medisch specialist die een MDO doet heeft hierin zijn eigen werkwijze ontwikkeld, die hiermee zal veranderen. Dat vraagt om veranderbereidheid en dat kost tijd en begeleiding.”
Voor dit proces is de naam PRIME bedacht: PRogramma Iza Mdo Embraze. “We hebben recent de kick-off gehad en daarin was de stemming heel positief”, vertelt Westgeest. “Iedereen wil liever vandaag dan morgen de overstap maken. Maar iedereen ziet ook dat het een strak programma is, en weet dat projecten niet altijd volgens planning verlopen als er zoveel partijen bij betrokken zijn. Maar Zorgverzekeraars Nederland heeft de subsidie natuurlijk bepaald op het behalen van de doelen, dus het is nu aan ons de doelen te behalen die we met elkaar hebben afgesproken. In Oncomid draait het al, dus we weten dat het kan.” Wibier: “Op basis van het pionierswerk van Oncomid zullen wij het op een programmatische manier zo aanpakken dat we tot snellere implementatie kunnen komen. De aanpak daarvoor ontwikkel ik met het team en moet de blauwdruk worden voor de volgende regio’s.”
Planning
Na de start met EMBRAZE zullen in de tweede helft van het jaar overeenkomsten gesloten gaan worden met vier volgende regio’s. “De planning is eind 2026 de oncologische netwerken aangesloten te hebben die zich ervoor aanmelden”, zegt Strijbos. Bod: “We laten het aan de oncologische netwerken over hoe snel ze stappen willen zetten. Ze moeten eraan toe zijn.”
Oncomid werkt inmiddels met versie 3.0 van Vitaly. “We hebben al grote stappen gezet”, zegt Willemse. “In eerste instantie zat er nog veel papierwerk in, nu is het geïntegreerd in HiX en Epic en zijn we daarover in gesprek met Nexus. Het idee dat je de patiëntenstatus kunt voorbereiden, dat je alle informatie kunt inzien en dat dit veilig is, is zó waardevol. Er is een dashboard geïntegreerd waarin je uitkomstmaten kunt zien zoals doorlooptijd, de repetitiviteit van een casus en de verdeling per leeftijdsgroep. Je kunt zien of je voldoet aan de normen voor doorlooptijden en aan de nationale standaard voor de leeftijdsverdeling. En zo nee, waarom niet en of je er iets aan kan en moet doen. Daarnaast zijn we nu in gesprek met IKNL om via koppeling met hun database direct op landelijk niveau te kunnen zien of een patiënt in aanmerking komt voor een lopende studie. Daarnaast wil ik met het Kennisinstituut in gesprek over de mogelijkheid om richtlijnen standaard te vertalen in het MDO. Er zijn veel standaardbehandelingen, die moet je gewoon direct vertaald zien, uniform voor Nederland. Dan wordt het MDO nog efficiënter.”
Drs. Frank van Wijck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2025 vol 16 nummer 2