Folliculair lymfoom (FL) is een heterogene ziekte; bij sommige patiënten kan jarenlang een afwachtend beleid gevoerd worden, terwijl anderen al binnen een paar maanden chemotherapie of immunotherapie nodig hebben. Is het mogelijk de prognose van FL-patiënten beter te voorspellen, vroeg prof. dr. Josée Zijlstra (internist-hematoloog, Amsterdam UMC) zich af. Voortbouwend op meer dan tien jaar ervaring met kwantitatieve FDG-PET-analyses en radiomics bij diffuus grootcellig B-cellymfoom wil Zijlstra in een nieuw onderzoeksproject een antwoord zoeken op deze vraag.
“De behandeling van het hodgkinlymfoom wordt al volledig op geleide van FDG-PET-scans gedaan”, vertelt Josée Zijlstra. “Wij vroegen ons af of dit voor het non-hodgkinlymfoom ook mogelijk is.” Dit leidde al in 2015 tot een eerste analyse naar de voorspellende waarde van interim-FDG-PET-scans bij diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL).” Op basis van de positieve resultaten van deze studie is de interim-FDG-PET-gestuurde behandeling inmiddels opgenomen in de Nederlandse richtlijn voor DLBCL.1,2 Daarna volgden meer onderzoeken naar de kwantitatieve analyse van FDG-PET-scans bij DLBCL. Zo bleek het mogelijk om op basis van een FDG-PET-scan op baseline, waarmee gekeken werd naar verschillende radiomics-factoren, patiënten met een hoog risico op een recidief te identificeren.3
“Met een FDG-PET-scan op baseline maken we de stofwisselingsactiviteit zichtbaar. Dit zegt iets over het biologische karakter van de ziekte, zeer interessant voor een heterogene aandoening als DLBCL”, legt Zijlstra uit. “Een interim-FDG-PET-scan kan ons juist meer informatie geven over de chemosensitiviteit van de ziekte.”
Zwaard van Damocles
DLBCL is, zo zegt Zijlstra, het meest voorkomende type non-hodgkinlymfoom. “Maar we zien ook veel FL-patiënten. FL is eveneens een heterogene ziekte; bij de ene patiënt kunnen we langdurig een afwachtend beleid voeren, terwijl andere patiënten snel moeten starten met een behandeling en soms al binnen 24 maanden een recidief krijgen. Daarbij weten we dat vroeg behandelen bij FL niet beter is dan later behandelen, want patiënten krijgen te maken met de bijwerkingen van die vroege behandeling. Dus als het kan, stellen we de behandeling het liefst uit. Het is echter onduidelijk hoelang deze wait-and-see-fase zal duren. Dit is vaak een heel onzekere periode voor patiënten, waarin zij met een soort zwaard van Damocles boven hun hoofd rondlopen. Vroeg of laat zal dat gaan vallen. Daarom wilden we onze onderzoekslijn rond FDG-PET-analyses bij DLBCL verbreden naar FL. We vroegen ons af of we ook bij FL kwantitatieve FDG-PET-analyses met radiomics en artificiële intelligentie (AI) in kunnen zetten om het beloop van de ziekte te voorspellen. Hiermee hopen we patiënten met een indolent ziektebeloop uiteindelijk beter te kunnen begeleiden tijdens de wait-and-see-fase.” KWF Kankerbestrijding heeft een subsidie toegekend aan dit project en inmiddels zijn hiervan een PhD-student en researchanalist aangesteld.
Voorspellen risico op transformatie
Het recent gestarte project richt zich echter niet alleen op het voorspellen van het beloop van FL in de wait and see-fase. Zijlstra: “We willen ook graag uitzoeken of we met een interim-FDG-PET-scan bij patiënten die toe zijn aan een behandeling, de respons kunnen evalueren en tijdig chemoresistentie kunnen vaststellen. Daarmee hopen we dan díe patiënten te identificeren bij wie chemo-immunotherapie onvoldoende effectief is en bij wie we in de toekomst wellicht eerder moeten starten met bijvoorbeeld CAR-T-celtherapie.”
Daarnaast richt het onderzoek zich op de vraag of het mogelijk is te voorspellen welke patiënten een verhoogd risico hebben op transformatie naar een agressief non-hodgkinlymfoom. Radiomics-factoren zoals het metabool tumorvolume, de verspreiding van de ziekte en heterogeniteit van de FDG-opname lijken van voorspellende waarde voor de uitkomst van de behandeling en zijn mogelijk ook voorspellend voor het risico op transformatie.
“Kortom”, vat Zijlstra het samen, “we willen weten of we met kwantitatieve FDG-PET-analyses, radiomics en AI het metabolisme van de ziekte beter in kaart kunnen brengen en daar onze behandeling beter op af kunnen stemmen.”
PETRA-consortium
Om deze studies – en de eerder uitgevoerde studies bij DLBCL – mogelijk te maken, is met negen internationale onderzoeksgroepen, onder andere uit Nederland, Duitsland, Zwitserland, Italië en Engeland, het PET ReAnalysis (PETRA)-consortium opgericht, vertelt Zijlstra verder. “Samen voeren we allerlei projecten uit die zich richten op het verbeteren van de prognose en behandeling van patiënten, waarbij de inzet van kwantitatieve FDG-PET-analyse centraal staat.”
Verschillende onderzoeksgroepen van dit consortium stelden hun data van reeds afgeronde studies beschikbaar voor het onderzoek naar de kwantitatieve FDG-PET-analyses bij DLBCL. Hier is een database met momenteel ongeveer 2.500 patiënten uit voortgekomen. Van deze patiënten zijn FDG-PET-scans beschikbaar van voor, tijdens en/of na de behandeling, evenals alle klinische data.
Ook bij het FL-project speelt het PETRA-consortium een belangrijke rol, vertelt Zijlstra. “Hopelijk kunnen we ook hier, net als voor DLBCL, een database opbouwen met patiëntengegevens van afgeronde FL-studies van de verschillende onderzoeksgroepen uit dit consortium.” Het doel is de gegevens van ongeveer 1.200 FL-patiënten te verzamelen.
Groot vertrouwen
Het project rond de kwantitatieve FDG-PET-scananalyse bij FL is dus eigenlijk niet geheel nieuw, licht Zijlstra nog toe. “We bouwen voort op de ervaring die we de afgelopen tien jaar hebben opgedaan met DLBCL. En het scheelt dat we al goed samenwerken binnen het PETRA-consortium, het vertrouwen over en weer is groot. En ook de andere onderzoeksgroepen zijn enthousiast over dit FL-project. Het consortium is een mooi voorbeeld van een goede internationale samenwerking. En niet alleen tussen hematologen, bij deze projecten zijn ook nucleair geneeskundigen, klinisch fysici en epidemiologen en biostatistici betrokken.”
Prospectieve studie
Naast het retrospectieve onderzoek bij FL met data van het PETRA-consortium, wil Zijlstra ook een prospectieve studie op gaan zetten voor FL-patiënten bij wie een afwachtend beleid gevoerd wordt. “Over het algemeen worden FDG-PET-scans pas uitgevoerd op het moment dat patiënten behandeld worden, maar in deze studie willen we de scans al doen op het moment dat patiënten de wait-and-see-fase in gaan. Na twaalf maanden volgt dan een tweede scan. We hopen met het analyseren van deze scans meer inzicht te krijgen in het biologische karakter van de ziekte en of dat voorspellend is voor de duur van de wait-and-see-fase.” Deze studie, uitgevoerd in samenwerking met de patiëntenvereniging Hematon, zal in de loop van dit jaar van start gaan. Het doel is om in eerste instantie 55 patiënten te includeren.
Zijlstra hoopt dat de resultaten van het FL-project over ongeveer vier jaar bekend zijn en dat deze dan in de klinische praktijk toegepast kunnen worden. Zij besluit: “Uiteindelijk proberen we met deze projecten de zorg voor patiënten steeds verder te verbeteren. Hopelijk kunnen we met deze kwantitatieve FDG-PET-analyses de prognose van patiënten steeds beter, sneller en nauwkeuriger bepalen, om zo steeds meer van de onzekerheid bij patiënten weg te nemen en toe te werken naar een behandeling op maat.”
Referenties
1. Eertink JJ, et al. Blood Adv 2021;5:2375-84.
2. Nederlandse Vereniging voor Hematologie. Richtlijn DLBCL; 2023. Te raadplegen via publicatie.hematologienederland.nl/richtlijnen/diffuus-grootcellig-b-cel-non-hodgkin-lymfoom/
3. Eertink JJ, et al. Eur J Nucl Med Mol Imaging 2022;49:932-42.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2025 vol 16 nummer 3