Momenteel nemen dertien ziekenhuizen deel aan een project waarin niet-gebruikte oncologische medicatie door de ziekenhuisapotheek opnieuw wordt verstrekt. Eerder onderzoek onder leiding van dr. Charlotte Bekker, onderzoeker duurzame farmacie aan het Radboudumc te Nijmegen, liet zien dat deze aanpak veilig is en zowel financiële als milieuwinst oplevert. De wetgeving die heruitgifte momenteel belemmert, wordt mogelijk op korte termijn aangepast, vertelt Bekker.
Het huidige project is een uitvloeisel van het promotieonderzoek van Charlotte Bekker naar geneesmiddelverspilling. In 2018 promoveerde zij op onderzoek waaruit bleek dat op verschillende niveaus binnen de zorg weinig duurzaam wordt omgegaan met geneesmiddelen. Zo toonde een studie in openbare apotheken aan dat ongeveer 40% van de teruggebrachte medicijnen onnodig werd vernietigd, omdat te veel werd voorgeschreven of geleverd. Volgens de wet mochten deze medicijnen niet opnieuw worden verstrekt, terwijl de kwaliteit van de medicatie nog prima was. Een ander onderzoek, gericht op dure oncologische en reumatische medicijnen, liet zien dat circa een derde van de patiënten voortijdig stopte met de behandeling, waarvan ongeveer de helft medicatie overhield.
De waarde van deze ongebruikte medicijnen in de thuissituatie bedroeg gemiddeld 1.100 euro per patiënt. Omgerekend zou dat landelijk neerkomen op minimaal 100 miljoen euro aan weggegooide medicatie per jaar. Bekker vertelt dat een mogelijke kostenbesparing door heruitgifte van geneesmiddelen aanvankelijk een belangrijke drijfveer voor het onderzoek was, maar dat er ook belangrijke andere voordelen zijn aan het zuiniger omgaan met medicijnen. “In de afgelopen jaren zien we dat duurzaamheid en de ecologische impact van de zorg een steeds prominenter onderwerp is geworden, en dat is ook voor mij een persoonlijke drijfveer.”
Vrijstelling nodig
De bevindingen uit het promotieonderzoek van Bekker leidden ertoe dat zij met behulp van een ZonMw-subsidie een trial kon starten waaraan vier ziekenhuizen deelnamen. De resultaten van deze ROAD-studie toonden dat het opnieuw verstrekken van ongebruikte orale antikankermedicatie leidt tot minder medicijnafval en aanzienlijke kostenbesparingen.1 De onderzoekers concludeerden dat heruitgifte kan bijdragen aan de betaalbaarheid en duurzaamheid van kankerbehandelingen.
Bekker: “De resultaten waren dusdanig positief dat we toestemming kregen om op te schalen. Hiervoor hadden we een vrijstelling nodig van het ministerie van VWS, omdat binnen de huidige Europese wetgeving heruitgifte niet is toegestaan. Maar vanwege de positieve resultaten van de ROAD-trial kregen we die vrijstelling en konden we uitbreiden naar dertien ziekenhuizen. We hopen dat de studie, die tot eind dit jaar loopt, nog meer bewijskracht oplevert over de impact die we kunnen realiseren met heruitgifte.”
Enerzijds is het een positieve ontwikkeling dat de studie er is, benadrukt Bekker, maar anderzijds zou zij graag zien dat heruitgifte ook buiten studieverband mogelijk wordt. “Want het feit dat het nu in studieverband moet gebeuren, maakt dat we alle patiënten individueel moeten benaderen om toestemming te vragen om mee te doen. En als gevolg van het individueel vragen van toestemming, weigert een deel van de patiënten. Oncologiepatiënten worden al vaak gevraagd voor studies, en gezien het zware behandeltraject is het begrijpelijk dat zij extra verplichtingen vermijden. Het is overigens zelden zo dat patiënten vanwege zorgen over de veiligheid deelname weigeren.”
Geneesmiddelwet
Mogelijk wordt het op relatief korte termijn wel mogelijk om zonder vrijstelling oncologische medicijnen opnieuw te verstrekken, vertelt Bekker, die weet dat op dit moment de Europese geneesmiddelwet wordt herzien. “Vanuit een Europese werkgroep wordt ingezet op het creëren van ruimte voor heruitgifte van orale oncolytica onder strikte omstandigheden. Deze omstandigheden komen overeen met de voorwaarden die we nu binnen onze studie stellen om de kwaliteit van de geneesmiddelen te kunnen borgen.”
Daarvoor lijkt het niet nodig om bij alle medicatie een temperatuurlogger te includeren, zoals eerder werd vermoed (zie ook Oncologie Up-to-date 2020 vol 11 nummer 6). Bekker licht toe: “Dat hebben we in de eerste studie wel gedaan om inzicht te verkrijgen. Maar omdat de meeste orale oncologische geneesmiddelen op kamertemperatuur bewaard moeten worden, zien we dat bijna alle geneesmiddelen op de juiste temperatuur worden bewaard. We verstrekken alleen nog een temperatuurlogger bij de temperatuurafhankelijke geneesmiddelen. En door minder loggers te gebruiken, zijn we doelmatiger en duurzamer en is het praktisch beter uitvoerbaar.”
Duurzame zorg
Bekker constateert dat de aandacht voor verduurzaming binnen de zorgsector de afgelopen jaren aanzienlijk is toegenomen. Zo is onder meer de Green Deal Duurzame Zorg in het leven geroepen, waarin overheid en veldpartijen samenwerken bij het realiseren van meer duurzame zorg. “Een van de speerpunten daarvan is het terugdringen van de milieubelasting van medicatie. In de afgelopen jaren is hier veel meer aandacht voor gekomen. Dat maakt ook wel dat we meer initiatieven kunnen gaan uitrollen.”
Met een aantal relatief eenvoudige maatregelen kan het ook nu al lukken om in de reguliere zorg de medicatieverstrekking duurzamer te maken, stelt Bekker. Op de eerste plaats zouden deze maatregelen zich volgens haar moeten richten op het voorschrijven van een gepaste hoeveelheid medicatie. “Als een patiënt dan stopt of als een behandeling wijzigt, blijft er minder medicatie over. Hiervoor bestaan landelijke richtlijnen, maar het blijft belangrijk om dit actief onder de aandacht te brengen, zeker bij dure geneesmiddelen.”
Verder kan aanpassing van het zorgsysteem voor verbetering zorgen, denkt Bekker. “Er kan een perverse prikkel in het systeem optreden waarbij met name openbare apothekers worden gekort wanneer zij kleinere hoeveelheden medicijnen verstrekken. Dat soort mechanismen moeten we met zorgverzekeraars bespreken om verspilling tegen te gaan.”
Beperkt budget
Bekker hoopt dat toekomstige projecten rondom heruitgifte van geneesmiddelen zich ook zullen richten op generieke medicijnen verstrekt in de eerste lijn, want op dat gebied is vanwege het volume van de verspilling de meeste milieuwinst te behalen. Maar een probleem hierbij is dat de kosten hiervan minder makkelijk terugverdiend worden ten opzichte van initiatieven in de tweede lijn. “Bij de ene groep geneesmiddelen heb je veel financiële winst, en bij de andere groep heb je veel duurzaamheidswinst. Dat is in zijn totaliteit heel positief, maar een obstakel is dat het lastig is om dit uit te rollen als het op korte termijn meer kost dan het oplevert. We hebben in de zorg immers te maken met een beperkt budget en bij maatregelen ter bevordering van duurzaamheid gaat het met name om winst op de lange termijn.”
Bekker: “Mijn ambitie is om dit uit te breiden naar andere geneesmiddelgroepen, maar ik vermoed dat heruitgifte voorlopig alleen een optie wordt bij de dure geneesmiddelen, in principe binnen de oncologie. We focussen ons nu op het mogelijk maken hiervan als standaardzorg, dat is de eerste doelstelling. Op termijn hoop ik dat dit ook voor andere geneesmiddelen een optie wordt, maar mijn verwachting is dat dit nog wel even gaat duren.”
Referentie
1. Smale EM, et al. JAMA Oncol 2024;10:87-94.
Drs. Twan van Venrooij, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2025 vol 16 nummer 3