Radium-223-injecties kunnen veilig worden herhaald bij patiënten met ossaal gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom, met beperkte hematologische bijwerkingen en skeletgerelateerde complicaties. Dat blijkt uit een Nederlandse studie waarvan dr. Maarten van der Doelen (Radboudumc, Nijmegen) de resultaten presenteerde tijdens het 2025 ASCO Genitourinary Cancers Symposium.
Voor patiënten met gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) en symptomatische botmetastasen is behandeling met zes injecties radium-223 een standaardoptie met bewezen overlevingsvoordeel. Deze op calcium lijkende stof verzamelt zich in de botmetastasen en geeft daar lokaal alfastraling af. De vraag is of de behandeling na de eerste zes injecties nog een keer herhaald kan worden. Om die vraag te beantwoorden, evalueerden Maarten van der Doelen en collega’s de veiligheid en effectiviteit van herbehandeling met radium-223 in de klinische praktijk.
In deze retrospectieve cohortstudie werden 61 mCRPC-patiënten geïncludeerd uit zeven Nederlandse centra.1 Allemaal waren ze eerder behandeld met de standaard zes injecties radium-223, en hadden daarna minstens één nieuwe injectie radium-223 gekregen in de periode tussen 2014 en 2024. Patiënten met viscerale metastasen werden niet meegenomen in de studie.
Beperkte bijwerkingen
De patiënten ontvingen mediaan zes nieuwe radium-223-injecties. Hematologische bijwerkingen van graad 1-2 kwamen voor bij 95% van de patiënten, waarvan het vaakst anemie (92%). Hematologische bijwerkingen van graad 3 kwamen voor bij 14% van de patiënten. Niet-hematologische bijwerkingen kwamen voor bij 75% van de patiënten, en betroffen voornamelijk graad 1-2-vermoeidheid, misselijkheid en diarree. Er waren geen bijwerkingen van graad 4 of 5. Elf (18%) patiënten kregen een skeletgerelateerde complicatie tijdens de herbehandeling met radium-223, waaronder twee (3%) patiënten met myelumcompressie.
Gerekend vanaf de start van de herbehandeling met radium-223 was de mediane algehele overleving 16,9 maanden. Ruim de helft van de patiënten (56%) vertoonde ≥30% afname van de concentratie alkalisch fosfatase (AF) en 12% van de patiënten vertoonde ≥30% afname van de concentratie prostaatspecifiek antigeen (PSA) tijdens de behandeling. Hoge hemoglobinewaarden bij aanvang, geen eerdere chemotherapie en een PSA-respons van ≥30% tijdens de initiële radium-223-behandeling waren voorspellers voor het voltooien van de herbehandeling met zes radium-223-injecties.
Veilig
Op basis van deze resultaten concluderen Van der Doelen en collega’s dat radium-223-injecties veilig herhaald kunnen worden. Het hoge aantal gegeven injecties en de hoge AF- en PSA-respons wijzen op een voordeel voor deze groep patiënten met gevorderd mCRPC. Onduidelijk is nog wat de positie van herbehandeling met radium-223 moet zijn in het huidige behandellandschap van mCRPC; daarvoor is onderzoek nodig waarin levensverlengende therapieën direct met elkaar worden vergeleken.
Referentie
1. Van der Doelen, et al. J Clin Oncol 2025;43 (suppl 5): abstr 183.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2025 vol 16 nummer 2