De LITESPARK-004 studie laat zien dat behandeling met belzutifan resulteert in klinisch relevante en duurzame responsen bij mensen met Von Hippel-Lindau geassocieerd niercelcarcinoom en andere neoplasma’s. Dr. Vivek Narayan (Philadelphia, Verenigde Staten) presenteerde tijdens de 2025 ASCO Annual Meeting een update bij een mediane follow-up van vijf jaar.
Mensen met de ziekte van Von Hippel-Lindau (VHL) hebben een kiembaanmutatie of deletie in het VHL-gen, die leidt tot ophoping en activatie van de transcriptiefactor HIF-2α. Dit uit zich in het ontstaan van zowel benigne als maligne tumoren. In de LITESPARK-004-studie wordt de HIF-2α-remmer belzutifan onderzocht bij VHL-geassocieerde neoplasma’s. Op basis van eerdere resultaten van deze studie werd belzutifan goedgekeurd voor gebruik bij VHL-geassocieerd niercelcarcinoom (RCC), hemangioblastomen van het centrale zenuwstelsel (CZS) en neuro-endocriene tumoren van de pancreas (pNET) waarbij geen onmiddellijke chirurgie nodig is.1 Vivek Narayan presenteerde nu de resultaten na vijf jaar follow-up van de LITESPARK-004-studie.2
61,8 maanden follow-up
In de fase 2 LITESPARK-004-studie werden 61 patiënten geïncludeerd met een afwijking in het VHL-gen en ten minste één meetbare RCC-tumor, zonder bewijs van gemetastaseerde ziekte, en die niet eerder waren behandeld met systemische therapie. Alle patiënten slikten dagelijks 120 mg belzutifan. De primaire uitkomstmaat was het objectieve responspercentage (ORR) bij VHL-geassocieerde RCC. Naast de RCC-tumor had 33% van de patiënten een pNET, 82% een CZS-hemangioblastoom en 23% een retinaal hemangioblastoom. Ten tijde van de analyse was de mediane follow-up 61,8 maanden.
ORR verder verbeterd
“De primaire uitkomstmaat, de ORR bij RCC, verbeterde tot 70%, inclusief 11% van de deelnemers die een complete respons (CR) bereikten. Bij 57 van de 61 deelnemers (93%) was ten minste enige reductie van tumorgrootte zichtbaar”, meldde Narayan. Complete responsen kwamen het vaakst voor bij mensen met een enkele, kleine RCC-tumor, maar ook in subgroepen met meerdere of grotere tumoren was de ORR vergelijkbaar.
De mediane behandelduur was 60,2 maanden. Vijfendertig deelnemers (57%) zijn nog onder behandeling, slechts twee minder dan bij de vorige analyse na 48 maanden. Vijf deelnemers die ziekteprogressie vertoonden zijn nog steeds onder behandeling. De mediane tijd tot respons was 8,5 maanden. Bij de langere follow-up waren geen nieuwe veiligheidssignalen zichtbaar.
Duurzame respons
De ORR bij CZS-hemangioblastoom verbeterde eveneens, tot 50%, inclusief 12% CR. De ORR bij pNET was 90%, met 65% CR. Bij alle deelnemers met een pNET nam de tumor in grootte af. In subgroepen met een mutatie of een deletie van VHL was de ORR vergelijkbaar. Het responspercentage bij deelnemers met een retinaal hemangioblastoom was 100%.
De responsen hielden aan, de meeste deelnemers vertoonden na 48 maanden nog een respons. Na het starten van de behandeling met belzutifan heeft nog maar 31% van de deelnemers een operatie ondergaan, terwijl voorafgaand 97% was geopereerd. “Belzutifan lijkt de noodzaak van een chirurgische ingreep te vertragen of verminderen”, aldus Narayan.
“Belzutifan is de enige goedgekeurde systemische behandeloptie voor patiënten met VHL-geassocieerde RCC, pNET of CZS-hemangioblastoom waarbij geen onmiddellijke chirurgie nodig is.”
Referenties
1. Jonasch E, et al. N Engl J Med 2021;385:2036-46.
2. Narayan V, et al. J Clin Oncol 2025;43(16_suppl): abstr 4507.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist