Toevoeging van sacituzumab govitecan aan onderhoudstherapie met avelumab zorgt voor een aanzienlijke verbetering van de progressievrije overleving van patiënten met gevorderd urotheelcarcinoom die geen progressie vertonen na eerstelijnschemotherapie. Dat blijkt uit interimresultaten van de JAVELIN Bladder Medley-studie die dr. Jean Hoffman-Censits (Baltimore, Verenigde Staten) presenteerde tijdens de 2025 ASCO Annual.
Voor patiënten met gevorderd urotheelcarcinoom die geen progressie vertonen na eerstelijns platinabevattende chemotherapie wordt onderhoudstherapie met avelumab aangeraden. Sacituzumab govitecan (SG) is een antilichaam-geneesmiddelconjugaat (ADC) gericht tegen Trop-2 en is al goedgekeurd voor gebruik bij gevorderd urotheelcarcinoom in latere lijnen. Jean Hoffman-Censits en collega’s onderzochten of toevoeging van SG aan onderhoudstherapie met avelumab de uitkomsten van patiënten met gevorderd urotheelcarcinoom zou kunnen verbeteren.
JAVELIN Bladder Medley
In de gerandomiseerde fase 2-JAVELIN Bladder Medley-studie werd avelumab gecombineerd met SG of met twee andere middelen (M6223 of NKTR-255), en vergeleken met alleen avelumab als onderhoudsbehandeling. Alle studiedeelnemers hadden niet-resectabel, lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom en vertoonden geen progressie na eerstelijnsbehandeling met platinabevattende chemotherapie. De progressievrije overleving (PFS) en veiligheid vormden de primaire uitkomstmaten. Tijdens de 2025 ASCO Annual Meeting presenteerde Hoffman-Censits de interimanalyse van de arm met avelumab + SG (n=74) versus avelumabmonotherapie (n=37).1
Ten tijde van de analyse waren 51% van de patiënten in de avelumab + SG-arm nog onder behandeling, tegenover 27% in de avelumabarm. De meest voorkomende reden om te stoppen met de behandeling was ziekteprogressie. In de combinatiearm was de mediane duur van behandeling met avelumab 6,67 maanden, in de monotherapiearm was dat 3,35 maanden. De mediane behandelduur met SG was 5,75 maanden.
Langere PFS
“De mediane PFS was 11,17 maanden met avelumab + SG versus 3,75 maanden met avelumabmonotherapie (HR 0,49; 95% BI 0,31-0,76)”, meldde Hoffman-Censits. In vrijwel alle geanalyseerde subgroepen was een PFS-voordeel zichtbaar in de combinatiearm. De data betreffende de algehele overleving waren nog immatuur.
“De bijwerkingen van avelumab + SG kwamen overeen met de bekende veiligheidsprofielen van elk middel.” Behandelingsgerelateerde bijwerkingen kwamen vaker voor met avelumab + SG dan met avelumabmonotherapie (alle graden: 97% versus 64%; graad 3 of hoger: 70% versus 0%). Bij 53% van de patiënten in de combinatiearm leidden bijwerkingen tot reductie van de dosis SG, en bij 12% van de patiënten tot stoppen van de behandeling met avelumab, SG of beide. Eén patiënt overleed als gevolg van een bijwerking gerelateerd aan SG. In de combinatiearm kreeg 49% van de patiënten G-CSF-profylaxe, in de avelumabarm 3%.
“Combinatie van avelumab met anti-Trop-2 ADC’s zou een veelbelovende strategie kunnen zijn om de uitkomsten van patiënten met gevorderd urotheelcarcinoom te verbeteren”, concludeerde Hoffman-Censits.
De resultaten van de JAVELIN Bladder Medley-studie zijn tegelijkertijd gepubliceerd in Annals of Oncology.2
Referenties
1. Hoffman-Censits J, et al. J Clin Oncol 2025;43(16_suppl): abstr 4501.
2. Hoffman-Censits J, et al. Ann Oncol 2025, June 1. DOI:10.101/j.annonc.2025.05.010. Online ahead of print.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist