Het genprofiel POLAR kan de noodzaak van lokale adjuvante radiotherapie voorspellen voor borstkankerpatiënten zonder okselklieruitzaaiingen die een borstsparende operatie hebben ondergaan. Dit blijkt een meta-analyse van drie gerandomiseerde trials, waarin het genetisch profiel werd gevalideerd. De resultaten werden tijdens het SABCS 2022 gepresenteerd door prof. dr. Per Karlsson (Göteborg, Zweden).
Borstkankerpatiënten die een borstsparende operatie ondergaan worden vaak behandeld met adjuvante radiotherapie om het risico op een tumorrecidief te beperken. Veel patiënten blijven echter ook zonder radiotherapie tumorvrij, en deze therapie kan bijwerkingen geven.
Per Karlsson en zijn collega’s ontwikkelden daarom het genetisch profiel POLAR (Profile for the Omission of Local Adjuvant Radiotherapy).1 Het profiel, dat uit zestien genen bestaat, werd ontwikkeld in een studie waarin de verschillende genexpressies van patiënten met en zonder tumorrecidief na een borstsparende operatie werden onderzocht. De POLAR-genen zijn geassocieerd met celdeling en de immuunrespons.
Validatie
POLAR is nu gevalideerd in een meta-analyse van drie gerandomiseerde trials op patiëntniveau. De drie trials waren SweBCG91RT, de Scottish Conservation Trial (SCT) en het Princess Margaret Hospital (PMH).2,3,4 Van 623 patiënten zonder okselklieruitzaaiingen met oestrogeenreceptor-positieve, HER2-negatieve tumoren kon primair tumorweefsel worden onderzocht.5 314 van deze patiënten waren behandeld met adjuvante radiotherapie. In de drie trials kregen respectievelijk 20% (SweBCG91RT n=72), 28% (SCT, n=28) en 12% (PMH, n=16) patiënten een recidief. In SweBCG91RT waren patiënten niet systemisch behandeld, in PMH kregen patiënten of chemotherapie, of adjuvante endocriene therapie, en in SCT kregen patiënten tamoxifen maar geen chemotherapie. Patiënten werden opgedeeld in een groep met een lage POLAR-score (een score lager dan het 25e percentiel), of een hoge POLAR-score.
De mediane follow-up voor recidiefvrije patiënten was 13,3 jaar in de SweBCG91RT, 21,1 jaar in de SCT en 8,6 jaar in de PMH-trial. Er werd een statistisch significante interactie gevonden tussen de POLAR-score en of patiënten waren behandeld met adjuvante radiotherapie (p=0,022). Dit wijst erop dat POLAR niet alleen een prognostische biomarker is, maar ook een voorspellende. Patiënten met een hoge POLAR-score (n=429) hadden veel baat bij radiotherapie: de cumulatieve tienjaars-recidiefincidentie zonder adjuvante radiotherapie was 20% (15%-26%), en met adjuvante radiotherapie 7% (4%-11%). De hazard ratio voor wel of geen adjuvante radiotherapie voor deze groep met een hoge POLAR-score was 0,37 (95% BI 0,23-0,60). Er waren geen aanwijzingen dat de groep met een lage POLAR-score (n=194) baat had gehad bij adjuvante radiotherapie (cumulatieve tienjaars-recidiefincidentie zonder adjuvante radiotherapie: 5% (2%-11%), en met adjuvante radiotherapie: 7% (3%-14%)). De hazard ratio voor wel of geen adjuvante radiotherapie voor deze groep met een lage POLAR-score was 0,92 (95% BI 0,42-2,02).
Toekomst
Een beperking van het onderzoek is dat het genetisch profiel ontwikkeld is in een studiepopulatie die niet is behandeld met de nu beschikbare hormoontherapieën. In vervolgonderzoek zal worden onderzocht of POLAR ook kan aanwijzen of patiënten baat hebben bij lokale radiotherapie. POLAR moet eerst verder gevalideerd worden voordat het in de kliniek kan worden ingezet.
Referenties
1. Sjöström M, et al. J Clin Oncol (in press).
2. Killander F, et al. Eur J Cancer 2016;67:57-65.
3. Forrest AP, et al. Lancet 1996;348:708-13.
4. Fyles AW, et al. N Engl J Med 2004;351:963-70.
5. Karlsson P, et al. SABCS 2022: abstract GS4-03.
Dr. Nina Wubben, wetenschapsjournalist