Tijdens het 16e Nationale Longkanker Symposium, ditmaal wegens een sluiting van de Koepelkerk in de Beurs van Berlage, werden verschillende ontwikkelingen op het gebied van de behandeling en preventie van longkanker belicht. Zo vertelde gezondheidspsycholoog Robert West (University College London, Verenigd Koninkrijk) over de resultaten van het onderzoek naar rookverslaving en methoden om hier van af te komen.
Psycholoog Robert West vertelde dat het aantal mensen dat een succesvolle stoppoging doet simpelweg afhankelijk is van twee factoren. Ten eerste van het aantal rokers dat een stoppoging onderneemt en ten tweede van het aantal succesvolle stoppogingen. “Om het roken te verminderen, kan men zich richten op beide factoren”, vertelde West, “maar ik zal vooral ingaan op het verhogen van de kans op een succesvolle poging.”
Mensen kunnen op twee verschillende manieren worden ondersteund bij het stoppen met roken; met psychologische begeleiding en met farmacotherapie. “Gedragsmatige ondersteuning van rokers is erop gericht om de motivatie om te roken te verminderen en om de drang om niet te roken te versterken”, stelde West,“maar ook om goed om te kunnen gaan met de hunkering naar sigaretten en om ervoor te zorgen dat mensen goed de ondersteunende medicatie gebruiken.”
Van verschillende vormen van gedragsmatige ondersteuning is duidelijk dat ze behulpzaam zijn bij het stoppen, bijvoorbeeld van telefonische of persoonlijke begeleiding en van groepstherapie. West: “Dit heeft de Britse gezondheidsdienst in 1997 doen besluiten om landelijke programma’s op te zetten ter ondersteuning van het stoppen met roken. We hebben recent in BMJ een artikel gepubliceerd waarin we schatten dat dit tienduizenden levens heeft gespaard.1 Dit was heel kosteneffectief, want hoewel dat de effectiviteit van de programma’s niet erg groot is, zijn de voordelen van stoppen met roken enorm.”
Dierlijke hersendelen
Gedragsmatige ondersteuning werkt op het ‘menselijke’ gedeelte van de hersenen, stelt West, terwijl nicotine zijn effect juist uitoefent op meer primitieve, ‘dierlijke’ hersendelen. “Verslavende stoffen zoals nicotine, maar ook cocaïne en heroïne, leiden tot dopaminerelease in de nucleus accumbens”, vertelde West. “Dat conditioneert de hersenen in feite om in vergelijkbare situaties eenzelfde handeling uit te voeren. Het nadeel van nicotine is dus dat de hersenen dit prettig vinden, zonder dat iemand er plezier van ervaart of dat er een rationele reden is om dit gedrag uit te voeren. Het enige dat dit doet, is een impuls creëren om dit gedrag nogmaals uit te voeren. Het is belangrijk voor rokers om dit te begrijpen, zodat ze dit gedrag kunnen veranderen.”
Farmacologische behandelingen kunnen helpen om dit onderdeel van de nicotineverslaving aan te pakken. West benadrukte dat nicotinevervangende behandelingen alleen effectief zijn wanneer ze op de juiste manier gebruikt worden. “Deze middelen moeten voor een periode van acht weken worden gebruikt. Wanneer ze minder lang worden gebruikt, is dit niet effectief, maar langer gebruik heeft weinig zin.” De Britse stopexpert meldde dat gebleken is dat de meest optimale vorm van nicotinevervangende behandeling bestaat uit een combinatie van nicotinepleisters met een snel werkende nicotinevervanger, zoals nicotinekauwgom.
Ook andere beschikbare medicijnen, zoals varenicline, bupropion en nortriptyline kunnen effectief zijn bij het helpen met stoppen met roken. Maar ook hier is van belang dat ze gecombineerd worden met gedragsmatige ondersteuning. West: “Bupropion wordt tegenwoordig niet veel meer gebruikt. Het is effectief, maar varenicline is effectiever, waardoor bupropion voornamelijk als tweedelijnsbehandeling wordt toegepast. In de Nederlandse NHG-richtlijn wordt ook nortriptyline aanbevolen; dit is een goedkoop en effectief middel.”
E-sigaretten
Elektronische sigaretten vormen in Engeland inmiddels de meest gebruikte vorm van nicotinevervangende therapie. West liet aan de hand van de resultaten van een maandelijkse peiling zien dat het gebruik hiervan in korte tijd enorm is toegenomen. “De e-sigaretten zijn gekomen en we moeten beslissen hoe we hiermee om moeten gaan. In een recente, nog ongepubliceerde studie keken we naar de effectiviteit hiervan bij het stoppen met roken ten opzichte van geen hulpmiddelen. Ik kan over de uitkomsten eigenlijk nog niets vertellen maar dit doet vermoeden dat het een ondersteuning kan zijn voor rokers die willen stoppen. Ik zal het gebruik hiervan niet afraden”, aldus West.
Referentie
1. West R, et al. BMJ 2013;347:f4921.
Drs. T. van Venrooij, wetenschapsjournalist