Eind februari presenteerde SONCOS (Stichting Oncologische Samenwerking) de tweede versie van haar Normeringrapport, met nieuwe richtlijnen voor de kwaliteit van oncologische zorg in Nederland. Het aantal tumortypen waarvoor normen zijn opgesteld is uitgebreid tot twintig, er hebben zich meer medische beroepsgroepen achter het rapport gesteld (inmiddels elf) en er zijn normen voor palliatieve zorg opgenomen.
“Onze ambitie is om steeds meer medisch wetenschappelijke verenigingen achter de normen van SONCOS te krijgen, zodat deze meer draagvlak krijgen en completer worden”, zegt SONCOS-secretaris en hoogleraar Radiotherapie Marcel Verheij uit het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam. “Het Normeringsrapport is bewust dynamisch opgezet, zodat het geregeld kan worden aangevuld met nieuwe verenigingen en aangepast aan veranderende kennis en inzichten. Hiervoor organiseren we jaarlijks een symposium.” Verheij is zeer tevreden met wat in korte tijd is bereikt, al realiseert hij zich dat nog maar een beperkt aantal centra geheel voldoet aan alle eisen. Met de zorgverzekeraars is afgesproken dat ziekenhuizen een jaar de tijd krijgen om aan de SONCOS-normen te voldoen en dat jaar is bijna voorbij. De volumenormen vormen een belangrijke peiler van de voorwaarden en zijn het afgelopen jaar niet aangescherpt. Verheij: “Misschien gebeurt dat in een volgende versie. Wel zijn sommige normen beter omschreven, zoals voor het schildkliercarcinoom.”
Op grond van de ervaringen in het afgelopen jaar zijn enkele wijzigingen aangebracht in de normering van SONCOS. Zo is de eis dat minimaal de helft van het verplegend personeel op een oncologische afdeling een oncologische aantekening of opleiding moet hebben, gespecificeerd en geldt voor patiënten die oncologisch worden verpleegd. Ook is een aantal zogeheten service levels nader ingevuld. Een aantal tumorspecifieke hoofdstukken is aangepast en er zijn hoofdstukken opgenomen over prostaat- en blaaskanker en over hoofd-halstumoren. Er is meer aandacht gekomen voor de radiologie, de pathologie en het opzetten van klinische netwerken tussen behandelaars en tussen behandelcentra. Verheij: “Op basis van de kwaliteitsnormen beëindigen ziekenhuizen bepaalde zorg. Dan moet goed worden geregeld waar patiënten dan wel terecht kunnen voor deze zorg. Daarvoor zijn klinische netwerken noodzakelijk.” Die netwerken zijn ook belangrijk omdat SONCOS geen voorstander is van focus factories, centra die zich concentreren op één aandoening. Verheij waarschuwt dat deze uiterste vorm van concentratie de noodzakelijke interdisciplinaire kruisbestuiving en het leren van andere gebieden in de weg staat.
Registratielast
Ongeveer één op de zes ziekenhuizen blijkt nog niet te kunnen voldoen aan de eis van minstens twee internisten met een registratie in de oncologie. In overleg met de Nederlandse Internisten Vereniging wordt gezocht naar een oplossing voor ziekenhuizen die daardoor een acuut probleem hebben. Op andere terreinen waren er ook verzoeken om versoepeling, zoals van de eisen voor verpleegkundig personeel. Verheij: “Wij hebben er toch aan vastgehouden dat oncologische patiënten verpleegd worden door voldoende geschoold personeel. Afdelingen kunnen dat argument ook gebruiken om hun Raad van Bestuur te bewegen de omvang van de staf uit te breiden of het niveau kwalitatief te verbeteren.”
Het meten van de uitkomsten van de zorg en die gebruiken als informatie voor professionals en ziekenhuizen om zich te spiegelen, werkt erg goed op het verbeteren van de kwaliteit, constateert Verheij. “De daarvoor gebruikte gegevens moeten objectief zijn en gecontroleerd. Wij willen de registratielast zo gering mogelijk houden en daarom het uitvragen door de diverse instanties zo goed mogelijk stroomlijnen. Bijvoorbeeld door te komen tot één gezamenlijke vragenlijst per jaar. Transparantie is cruciaal, maar veroorzaakt registratielast. Het IKNL kan daarbij helpen, maar ook meer ondersteuning en slimme programma’s die de benodigde informatie uit de elektronische patiëntendossiers halen.”
Voor meer informatie zie www.soncos.org
M. Evenblij
Oncologie Up-to-date 2014 vol 5 nummer 2