Eind december besloten 27 van de 29 wetenschappelijke verenigingen van medisch specialisten en de Orde van Medisch Specialisten per 1 januari 2015 op te gaan in de Federatie Medisch Specialisten Nederland (FMSN), na een overgangsjaar in 2014. De nauwere samenwerking moet leiden tot een krachtiger en eenstemmiger geluid van de beroepsgroep en het effectief werken aan een verantwoorde medische zorg, kwaliteit en opleiding. Dat zal ook de oncologische zorg ten goede komen, verwacht Frank de Grave, voorzitter van de Orde van Medisch Specialisten en een van de initiatiefnemers van de federatie.
Velen zien de Orde van Medisch Specialisten vooral als een belangenorganisatie die voornamelijk opkomt voor de financiële situatie van medisch specialisten. Hoewel De Grave vindt dat dit meer een beeld dan de werkelijkheid is, erkent hij dat het in de Orde veel over geld is gegaan, maar dat dit is veranderd nu er twee grote akkoorden met de minister van VWS zijn gesloten. “Die hebben rust gebracht. Mede door die akkoorden zijn de verschillen tussen de diverse medisch specialisten een stuk kleiner geworden. Daarmee is het onderwerp aanmerkelijk gedaald in urgentie. Andere, wat onderbelichte, punten komen nu centraler te staan en gaan nadrukkelijk over de inhoud van het vak. Er is een belangrijk visiedocument – De medisch specialist 2015 – geschreven door een werkgroep van specialisten zelf en breed besproken. De kern daarvan is dat medisch specialisten niet alleen goed in hun vak willen zijn, maar zich ook realiseren dat ze medeverantwoordelijkheid dragen voor het functioneren van het zorgstelsel als geheel – en dat ze dat ook willen.”
Toch blijft geld een aandachtspunt. Meer vanwege de doelmatigheid van de zorg, dan vanwege de eigen financiële positie en het inkomen. De Grave: “Daarbij gaat het over een zo doelmatig mogelijke besteding van de zorgeuro en hoe medisch specialisten medeverantwoordelijkheid kunnen nemen voor de betaalbaarheid en de houdbaarheid van het zorgstelsel – ook op termijn. Een doelmatige besteding van de zorgeuro en alle vraagstukken die daarmee samenhangen, vormen echt onderdeel van de verantwoordelijkheid van de federatie. Dit is gebaseerd op de uitspraken van de achterban dat medisch specialisten meer willen zijn dan alleen maar goede dokters.”
Oncologen niet alleen
Doelmatigheid betekent ook het maken van keuzes, bijvoorbeeld in de oncologische zorg, stelt De Grave. De federatie zal zich dan ook gaan uitspreken over dure oncologische behandelingen, zoals verfijnde oncologische geneesmiddelen, verwacht de Orde-voorzitter. “In de structuur waarvoor we nu kiezen, wordt zo’n worsteling niet overgelaten aan de oncologen alleen, maar in een breder kader geplaatst. Als we daarin vervolgens een bepaalde lijn vinden, vinden we die ook met ons allen. Dat betekent dat het geluid dus een stuk krachtiger naar voren kan worden gebracht in de media, in de richting van Den Haag, en naar de zorgverzekeraars. Want als oncologen kun je wel iets vinden, maar als de rest van de wereld alle kanten op gaat, is dat wel lastig. Dus bundelen we krachten. Dat betekent dat we met verschillende opvattingen uit de diverse sectoren ernaar streven met elkaar op één lijn te komen. Daarbij is natuurlijk de inbreng van oncologen bijzonder belangrijk, maar ook dat we luisteren naar de inbreng van anderen. Met een gezamenlijke lijn creëer je als medisch specialisten invloed en kracht. Andere partijen, zoals zorgverzekeraars en ministeries, spreken ook met één mond. Het wordt de kunst van de federatie om een sector die toch lange tijd georganiseerd is geweest langs de lijn van verschillen en het benadrukken van de eigen identiteit, in staat te stellen de slag naar de gezamenlijkheid te maken.”
Dat de federatie een extra bijdrage moet leveren aan de verantwoorde medische zorg, de kwaliteit en de opleiding, betekent echter niet vanzelf dat de kwaliteit van de oncologische zorg ook zal verbeteren, waarschuwt De Grave. De structuur is immers slechts een instrument. Of er vervolgens iets verandert, hangt vooral af van de mensen die in die structuur werken.
Sterke samenwerking
De Grave verwacht dat de nieuwe structuur er toe zal leiden dat de stem van de medische specialisten beter zal worden gehoord. Ook die van oncologische specialisten. “Als federatie willen wij benadrukken dat, hoewel er verschillende terreinen zijn en daarmee ook verschillende specialismen die verschillende problemen hebben, wij als medisch professionals ook heel veel overeenkomstig hebben. En dat we onze kracht zoeken in het gezamenlijke en niet in de isolatie van het eigen specialisme. Het is een mentaliteit en dit is een bewuste keuze geweest die van onderop is gekomen. We lopen erg achter bij allerlei organisaties die dat veel beter hebben georganiseerd. Het zal nu afhangen van de vertegenwoordigers van de wetenschappelijke verenigingen zelf of de federatie ook echt handen en voeten gaat krijgen en ook echt de kracht gaat krijgen die mogelijk is.”
De federatie zal leiden tot een sterke samenwerking tussen de Orde van Medisch Specialisten en de beroepsverenigingen, zoals SONCOS. Sterker, de beroepsverenigingen worden de dragers van de federatie, stelt De Grave. De oncologen worden gehoord via de officiële wetenschappelijke verenigingen van heelkunde, de internisten en de radiologen (de NVvH, de NIV en de NVvR). “De Orde gaat op in de federatie en dan is er in bestuurlijke zin geen Orde meer. Alle wetenschappelijke verenigingen die meedoen, zijn lid van die federatie en hebben allemaal een zetel in de federatieraad. Zij bepalen met hun allen het beleid. Er is een procedure waarin de grootste verenigingen drie stemmen krijgen, de middelgrote twee en de kleinste één. Maar federatieraden waarin voortdurend wordt gestemd, miskennen wat je wilt met die federatie: vanuit argumentatie en dialoog komen tot een gemeenschappelijk standpunt namens de medisch specialisten in Nederland, zodat je dat geluid ook goed kunt laten horen en van invloed kunt zijn op het beleid. Als dat is gebaseerd op elkaar voortdurend overstemmen, gaat dat niet goed. De hoofdlijn moet zijn dat je naar elkaar luistert, elkaar in z’n waarde laat en ook bereid bent wat in te leveren voor een gemeenschappelijk standpunt. Dat betekent dat iedereen ook af en toe eens over z’n eigen schaduw moet kunnen springen. Als we daarin met elkaar niet slagen, werkt het niet.”
M. Evenblij, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2014 vol 5 nummer 1