Niet alleen biedt mirvetuximab soravtansine een voordeel in algehele overleving bij patiënten met platinumresistent ovariumcarcinoom, maar dit antilichaam-geneesmiddelconjugaat liet ook klinisch betekenisvolle verbeteringen zien in progressievrije overleving en objectief responspercentages ongeacht het aantal eerdere behandellijnen of een eerdere behandeling met een PARP-remmer. Dit blijkt uit een verkennende analyse van de MIRASOL-studie, die prof. dr. Toon Van Gorp (Leuven, België) presenteerde tijdens het ESGO 2023 Congress.
In de MIRASOL-studie werden 453 patiënten met platinumresistent ovariumcarcinoom met hooggradig sereuze histologie en een hoge folaatreceptor alfa (FRa)-expressie in een verhouding van 1:1 gerandomiseerd naar een behandeling met mirvetuximab soravtansine of chemotherapie naar keuze van de onderzoeker.1,2 De primaire uitkomstmaat van de studie was de progressievrije overleving (PFS) bepaald door de onderzoeker. Belangrijke secundaire uitkomstmaten waren het objectieve responspercentage (ORR) bepaald door de onderzoeker en de algehele overleving (OS).
In de verkennende analyse die Van Gorp presenteerde werd specifiek gekeken naar de subgroepen van patiënten die wel of geen eerdere behandeling met een PARP-remmer hadden ontvangen en de groepen die met één, twee of drie eerdere therapieën behandeld waren.
Klein voordeel
“In de totale studiepopulatie was de mediane PFS 3,98 maanden met chemotherapie versus 5,62 maanden met mirvetuximab”, zei Van Gorp (HR 0,65; 95% BI 0,51-0,81; p<0,0001). De ORR was 16% in de chemotherapiegroep en 42% in de groep die mirvetuximab ontving (OR 3,81; 95% BI 2,44-5,94). Ook was er een duidelijk verschil in mediane OS: 12,75 maanden met chemotherapie versus 16,46 maanden met mirvetuximab (HR 0,67; 95% BI 0,50-0,89; p=0,0046).
In de subgroep van patiënten die niet behandeld waren met een PARP-remmer werd een klein verschil in het voordeel van mirvetuximab gevonden (mediane PFS van 4,27 maanden met chemotherapie versus 5,39 maanden met mirvetuximab; HR 0,74; 95% BI 0,54-1,02; p=0,0685). “Het verschil bij patiënten die wel eerder behandeld waren met een PARP-remmer was groter”, zei Van Gorp. In deze subgroep werd een mediane PFS van 3,91 maanden gevonden met chemotherapie versus 5,85 maanden met mirvetuximab (HR 0,58; 0,43-0,78; p=0,0002). Van Gorp rapporteerde vergelijkbare resultaten voor de subgroep van patiënten die één of twee eerdere behandellijnen (HR 0,61) had gehad, en het verschil tussen mirvetuximab en chemotherapie was iets kleiner in de subgroep die drie eerdere therapieën had ontvangen (HR 0,71).
ORR van 21 tot 31%
De ORR kwam overeen tussen alle onderzochte subgroepen, aldus Van Gorp, waarbij het verschil in responspercentage tussen chemotherapie en mirvetuximab varieerde van 21% tot 31% (in het voordeel van het antilichaam-geneesmiddelconjugaat). De mediane OS in de subgroep van patiënten die geen PARP-remmer had ontvangen, was 15,44 maanden met chemotherapie versus 14,82 maanden met mirvetuximab. “Dit verschil was niet significant verschillend.” Er werd wel een verschil gerapporteerd bij de subgroep die eerder behandeld was met een PARP-remmer: 11,37 maanden met chemotherapie versus 19,88 maanden met mirvetuximab (HR 0,48). De HR voor mediane OS in de groep met één of twee eerdere behandellijnen was 0,66 en in de groep die drie eerdere behandellijnen had gehad was deze 0,65.
Van Gorp concludeerde dat mirvetuximab soravtansine in de fase 3-MIRASOL-studie een OS-voordeel laat zien bij patiënten met platinumresistent ovariumcarcinoom, evenals klinisch betekenisvolle verbeteringen in PFS en ORR in vergelijking met chemotherapie. Dit was ongeacht het aantal eerdere behandellijnen of een eerdere behandeling met een PARP-remmer.
Referenties
1. Moore KN, et al. Int J Gynecol Cancer 2023;33(Suppl 3)A30.
2. Van Gorp T, et al. Int J Gynecol Cancer 2023;33(Suppl 3)A30.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist