Tussen het gebruik van remmers van het renine-angiotensinesysteem en een betere overleving bij een behandeling gericht tegen VEGF bestaat een verband. Een synergistisch effect bij gebruik van beide typen medicijnen lijkt te leiden tot betere behandelresultaten bij patiënten met gemetastaseerd niercelcarcinoom, stellen dr. Rana R. McKay (Dana Farber Cancer Institute, Boston, VS) en collega’s. Zij presenteerde de resultaten van een grote retrospectieve analyse tijdens het 2014 Genitourinary Cancers Symposium.
Angiotensine II speelt een belangrijke rol bij de vasculaire homeostase en heeft invloed heeft op de VEGF-gereguleerde angiogenese, vertelde McKay. Omdat VEGF een bekend doelwit is bij de behandeling van niercelcarcinoom, wilden de onderzoekers uit Boston nagaan of medicatie gericht tegen angiotensine II, zoals angiotensine II-receptorblokkers en ACE-remmers, invloed had op de overleving bij patiënten met gemetastaseerd niercelcarcinoom.1
Voor de studie gebruikten zij gegevens van een tussen 2003 en 2013 uitgevoerde, door Pfizer gesponsorde fase 2- en 3-studies bij patiënten met niercelcarcinoom. In de studies werden patiënten behandeld met VEGF-gerichte medicatie, zoals sunitinib, sorafenib, axitinib of bevacizuamb, of met temsirolimus of interferon. Onderzocht werd of de overleving bij patiënten die (renine-angiotensinesysteem) RAS-remmers gebruikten, beter was dan bij patiënten die deze middelen niet gebruikten.
In totaal waren gegevens beschikbaar van 4.736 patiënten. Hiervan werden 1.487 behandeld voor een hoge bloeddruk met RAS-remmers, 783 werden hiervoor behandeld met behulp van een ander soort medicatie. Daarnaast waren er 2.466 patiënten die geen antihypertensiva gebruikten. Gemiddeld 48% van de patiënten had bij baseline een hoge bloeddruk (84% van de patiënten behandeld met RAS-remmers en 33% van de patiënten die hiermee niet werden behandeld). Patiënten die antihypertensiva gebruikten, waren over het algemeen ouder en hadden vaker een nefrectomie ondergaan dan de patiënten die deze middelen niet gebruikten, vertelde McKay.
Synergistisch effect
De analyse liet zien dat de overleving in het gehele cohort onder gebruikers van RAS-remmers significant langer was ten opzichte van niet-gebruikers, met respectievelijk 26,7 en 17,1 maanden (HR 1,21; p=0,0009). Daarnaast vonden McKay en collega’s dat onder alle gebruikers van antihypertensiva er eveneens een voordeel was van gebruik van RAS-remmers. Hier was het verschil in overleving ongeveer negen maanden (31,1 versus 21,9 maanden; HR 1,38; p=0,0003).
Tevens gingen de onderzoekers na of er verschillen waren tussen patiënten behandeld met een bepaald type behandeling; VEGF-gerichte behandeling, mTOR-gerichte behandeling en behandeling met interferon. Hieruit bleek dat de overleving beter was bij gebruik van RAS-remmers, maar dit alleen significant verschillend was in de groep behandeld met VEGF-gerichte medicatie (31,1 versus 20,2 maanden; HR 1,36; p<0,0001). “Dat er geen verband werd gezien met de overleving in de groepen behandeld met mTOR-gerichte of cytokinegerichte behandeling, suggereert het bestaan van een synergistisch effect tussen VEGF-gerichte behandeling en behandeling met RAS-remmers”, aldus McKay.
Het verband tussen RAS-remmers en VEGF-gerichte therapie moet verder onderzocht worden in laboratorium- en prospectieve studies, concludeerde McKay. Zij stelde daarbij dat bij patiënten met gemetastaseerd niercelcarcinoom en een hoge bloeddruk, een RAS-remmer mogelijk een middel van eerste keus zou moeten zijn.
Referentie
1. McKay RR, et al. J Clin Oncol 2014;32 (suppl 4): abstr 437.
Drs. T. van Venrooij, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2014 vol 5 nummer 2